Het is de 'schuld' van de moederhond

angst stress

Alles wat je hond doet, is in principe gedrag. Dat kan gewenst zijn of ongewenst. Maar wat zorgt er nu eigenlijk voor dat een hond doet wat hij doet? De gevolgen van alles wat je hond doet, bepaalt of hij het in de toekomst wel of niet meer doet. Hierover kun je meer lezen in dit artikel. Maar wist je dat het gedrag van je hond al beïnvloed wordt voordat hij ook maar een voet op deze wereld gezet heeft? De omgeving van de moeder én de plek van je hond in de baarmoeder zijn factoren die je kunt bekijken als je meer wilt weten over waarom je hond doet, wat hij doet (of dat nu gewenst of ongewenst gedrag is...)

Wat een teefje meemaakt terwijl ze drachtig is, heeft waarschijnlijk effect op de ontwikkeling van het gedrag van de pups.

Uit wetenschappelijk onderzoek(1) (niet bij honden, maar bij ratten) blijkt dat overmatige stress schadelijke gevolgen kan hebben voor de pups, vooral als die stress zich voorgedaan heeft tijdens de laatste drie weken van de zwangerschap (die bij honden 9 weken duurt). Ratten die tijdens de dracht blootgesteld waren aan prikkels waar ze bang voor waren, kregen nakomelingen die eerder angstig waren, minder goed leerden en moeite hadden met zichzelf voortplanten als ze eenmaal volwassen waren. In de literatuur wordt dit onderzoek vaak aangehaald om het effect van stress  bij drachtige teefjes op haar pups te illustreren.

Als je bezig bent met de aankoop van een pup, vraag de fokker dan naar de omstandigheden waarin de moeder tijdens de dracht leeft. Wordt er bv. verhuisd of zijn er andere potentieel stresserende factoren, wees je er dan van bewust dat dit eventueel zijn effect kan hebben op het vermogen van jouw pup om met stress om te gaan. Vanzelfsprekend is hierin niets absoluut. Het karakter en het gedrag van de teef is hierin bepalend. Je kunt niet stellen dat een teef die tijdens de dracht verhuisd is, daar zeker stress van gehad. Dat zal verschillen per teef maar ook hoe de fokker de teef daarin begeleid.

Bange teef, bange pups

Wel is het dus zo dat teven die bang zijn voor veel prikkels of intens bang kunnen zijn voor één vaak voorkomende prikkel,  potentieel bangere pups op de wereld zetten. Dit heeft dan dus niet per definitie iets te maken met erfelijkheid (als in dat het in de genen geprogrammeerd is), maar waarschijnlijk meer met de hormonen die tijdens de angstreactie vrijkomen en ook het gedrag van de pups op langere termijn beïnvloeden.
Denk hier goed over na als je een teef hebt die (snel) bang is en je graag een nestje wilt. Er zijn diverse redenen waarom het onverstandig is om “zomaar” een nestje te fokken, maar het gegeven dat er een grote kans is dat een angstige teef ook angstige pups krijgt lijkt me persoonlijk al meer dan voldoende om er niet aan te beginnen. Er zijn immers (jammer genoeg) al meer dan voldoende honden die hun leven lang bang zijn voor van alles en nog wat. En het is nog maar de vraag in hoeverre je met een goede socialisatie en training bij deze honden de angst kunt verminderen.

Plaats in de baarmoeder

Een ander mede-bepalende factor voor het gedrag van jouw hond, is de plaats waar de pup in de baarmoeder ligt. Teven hebben een baarmoeder met twee hoorns, met daarin een soort zakjes. In elk “zakje” zit een pup. Een teef die bijvoorbeeld tussen reuen ligt, laat later mogelijk meer “reuen-gedrag” zien. Denk hierbij aan het plassen met de achterpoot omhoog of meer agressie.

Erfelijk gedrag

Omdat dit artikel gaat over de invloed van de moeder op het gedrag van de pups, nog een paar zinnen over erfelijkheid van gedrag. Er bestaat geen twijfel over dat diverse karakteristieke eigenschappen van onze honden van ouders op kinderen wordt doorgegeven. Hoe zouden we anders apporterende retrievers, schapendrijvende Border Collies en sledetrekkende Husky’s hebben gekregen? Maar in hoeverre probleemgedrag erfelijk bepaald wordt, is nog volop onderwerp van discussie. Dat er een erfelijke invloed is, wordt niet betwist. Maar hoe groot die invloed is? Mijn persoonlijke mening onderschrijft een zin in het boek van Landsberg(2). Genen zijn niet de oorzaak van gedragsstoornissen – ze coderen eiwitten die interactie hebben met andere eiwitten en de omgeving om zodoende diverse effecten te hebben. Iets om over na te denken...

Dit artikel is geschreven door Monique Bladder, gedragstherapeut voor honden. Meer weten? Lees dan het boek "Help je hond bij angst", dat ze schreef samen met Erica Bokelmann.

1. Thompson WR (1957). Influence of prenatal maternal anxiety on emotional reactivity in young rats. Science, 125:698–699.
2. Landsberg G, Hunthausen W, Ackermann L. Behavior Problems Dogs&Cats. Third Edition (2013)