Hoe leer je het af?

overig

Een hond moet je opvoeden om ervoor te zorgen dat hij kan functioneren in onze maatschappij en onderdeel kan uitmaken van ons dagelijks leven. Zonder enige sturing en begeleiding is je hond een risico voor de veiligheid van mens en dier. De vraag is alleen; hoe voed jij je hond op? De meest gestelde vraag die ik in dit kader voorbij zie/hoor komen is:  “Hoe leer ik hem af …….” en vul vervolgens maar in. In dit artikel mijn antwoord op die vraag over het afleren van gedrag!

Ik train en werk met mijn honden zonder fysieke correcties. Als eerste omdat het simpelweg een keuze is, omdat ik mijn honden geen pijn wil doen, wil laten schrikken of wil intimideren. In mijn beginjaren met honden heb ik dat wel gedaan, omdat ik toen nog niet wist wat ik nu weet.
Maar daarnaast ook omdat het werken met fysieke correcties het risico vergroot op angst, agressie en het aantasten van de samenwerking tussen mij en mijn hond(en). Dat betekent niét dat ik mijn honden geen grenzen aangeef, maar wél dat ik ze daarvoor geen pijn hoef te doen of hoef te intimideren.

Een belangrijk gevolg van die keuze is dat ik niet zozeer bezig ben het met afleren van gedrag dat ik niet wil, maar het bekrachtigen van het gedrag dat ik wél wil. Voor sommige eigenaren is dat heel logisch, voor anderen lijkt het logisch maar blijkt dat ze in de praktijk toch nog vooral bezig zijn met het afleren van… Niet per definitie met fysieke correcties, maar wel in de opbouw van de training.

Als je bepaald gedrag minder/niet wilt zien van je hond, is het belangrijk dat je jezelf eerst twee vragen stelt:
1. Wordt dit gedrag primair veroorzaakt door een (negatieve) emotie of is het iets dat is aangeleerd (terwijl dat niet de bedoeling was)?
2. Welk ander, onvervangbaar gedrag, zou je wél willen zien?

Dit heeft namelijk gevolgen voor de manier waarop je het voor elkaar krijgt om weer af te komen van dat ongewenste gedrag!

1. Als je hond gedrag laat zien dat veroorzaakt wordt door een (negatieve) emotie, zul je die emotie moeten veranderen om een échte oplossing te creëren. Denk dan bijvoorbeeld aan een hond die uitvalt (voelt zich vaak bedreigd) of blaft naar visite . 
Dergelijk gedrag, voortkomend uit een emotie, kun je veranderen door de prikkel(een onbekende hond of persoon) te koppelen aan iets dat je hond heel erg leuk vindt. Bijvoorbeeld voer, maar het mag ook spel, aandacht of wat dan ook zijn dat je hond leuk vindt. Dit heet counterconditioneren. Het is hierbij belangrijk dat je rekening houdt met bijvoorbeeld de afstand tot de prikkel; je zoekt een afstand uit waarop de hond de prikkel wel ziet, maar er nog niet op reageert (systematische desensitisatie).
Een voorbeeld van de combinatie van deze twee leerprincipes vind je in deze video.

Als je hond gedrag laat zien dat onbedoeld is aangeleerd, dan is dat gedrag ergens in het leerproces bekrachtigd (operante conditionering). Het gedrag heeft hem iets opgeleverd waardoor hij dit vaker laat zien. Als je naar dit gedrag kijkt, is het vaak heel belangrijk om te kijken naar de rol van jou als eigenaar/trainer. Want meestal zegt het iets over jouw kwaliteiten als trainer. Niemand vindt het leuk om te horen dat het gedrag onder meer te maken heeft met de eigen trainerskwaliteiten, maar enige mate van zelfreflectie maakt je uiteindelijk een betere trainer.

Ik ben zelf niet zo’n geweldige trainer, ik ben beter in het analyseren van probleemgedrag, waar het vandaan komt en wat je er aan kunt doen. Natuurlijk kan ik trainen, maar het is niet mijn sterkste kant. Dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat Griffin niet altijd luistert als ik hem met de fluit terug roep. Verbaal doet hij dat eigenlijk altijd wel goed, maar als ik de fluit gebruik heeft hij zeker tijdens een training/proef nog wel een de neiging om de fluit te negeren.
Nu is het makkelijk om hem daar de schuld van te geven: “hij is eigenwijs”, “hij is ongehoorzaam”, “hij luistert slecht”……
Maar eerlijk is eerlijk; ik heb in het aanleren fouten gemaakt, zoals bv. de afstand te groot laten worden terwijl hij dat nog niet kon, geen rekening houden met bepaalde afleidingen, afleidingen te weinig getraind en zo kan ik er nog wel een paar noemen. Het is niet logisch dat hij naar mij toekomt als hij wild in zijn neus krijgt, als ik hem daar niet goed genoeg in heb getraind.
Zo simpel is het en ik weiger hém te straffen voor de fouten die ík gemaakt heb.
Het is lekker makkelijk om je hond de schuld te geven, die zegt toch niets terug…. Maar ik vind het niet eerlijk.

2. Voor elk ongewenst gedrag kun je waarschijnlijk iets bedenken dat je wél wilt zien. In het voorbeeld van het uitvallen, wil je waarschijnlijk dat hij voorbij een andere hond kan lopen zonder te blaffen. In mijn voorbeeld van Griffin, wil ik graag dat hij wél komt als ik mijn fluit gebruik.
Het langs andere honden lopen bereik je door counterconditionering, systematische desensitisatie. De praktische uitvoering hiervan komt bij elkaar in BAT (samen met nog een aantal andere aspecten, daarover vertel ik meer in de lezing).
Het aanleren van wél komen op de fluit, vraagt van mij inzicht in training, motivatie van de hond en het kiezen van de juiste bekrachtiger.
Ik moet zijn training (opnieuw) in kleine stappen verdelen, een sterke bekrachtiger vinden en waarschijnlijk aan de slag met een nieuw commando om dit weer helemaal op te bouwen. Weer even werk, maar ja… ik ben zelf niet zorgvuldig genoeg geweest…

Zo kun je voor de meeste ongewenste gedragingen wel verzinnen wat je wél wilt zien in plaats van niet wilt zien:
* niet springen – poten op de grond
* niet op straat lopen – op de stoep lopen
* niet weglopen – bij je blijven
* niet trekken – wandelen met een slappe lijn
* bedelen – in de mand liggen
* niet grommen bij de voerbak – neutraal bij de voerbak (omdat er niet iets weggehaald wordt maar teruggebracht)

Niet alles is altijd even gemakkelijk te trainen en niet voor iedere hond is het makkelijk de juiste bekrachtiger te vinden. Dat is waar…
Maar als je uitgaat van het bekrachtigen van gedrag dat je wél wilt zien, is training niet alleen beter voor het welzijn van de hond maar is het (vind ik) ook leuker én heel goed voor de samenwerking tussen jou en je hond.
Veel trainingsplezier gewenst!

Meer weten over hondengedrag en onder meer de leerprincipes? Lees dan mijn boek “Kijk eens naar je hond. Aan de slag met zijn gedrag”!

Dit artikel is geschreven door Monique Bladder, hondengedrag-specialist. Overname zonder toestemming is niet toegestaan, delen van deze link wordt op prijs gesteld!